‘Bewezen effectieve’ behandelingen voor chronische depressies en angst bij jongeren, zoals SSRI-antidepressiva en cognitieve gedragstherapie (CGT) blijken in werkelijkheid niet te helpen, zo bleek uit een follow-up onderzoek.
Hoewel de therapieën tijdens de onderzoeksperiode effectief leken, hadden de meeste jongeren een terugval. Slechts 22 procent was zes jaar later nog steeds vrij van angsten en depressies. Ze volgden de voortgang van 319 jongeren die gedurende drie maanden waren behandeld met de SSRI sertraline (Zoloft), CGT of beide. Dit zijn behandelingen die worden omschreven als ‘de beste behandelingen die we hebben,’ aldus Golda Ginsburg van de Universiteit van Connecticut School of Medicine.
En toch was minstens 30 procent van de jongeren, die toen gemiddeld 17 jaar waren, nog steeds chronisch depressief. Bovendien was 48 procent aanvankelijk beter geworden na de behandeling, maar volgde een terugval, waardoor er slechts 22 procent overbleef die vrij was van angsten en depressies.
De jongeren die antidepressiva slikten, waren niet beter of slechter af dan degenen die CGT kregen, stelden de onderzoekers vast. De wetenschappers bestudeerden de verschillen tussen degenen die na de therapie niet meer angstig of depressief waren en degenen die een terugval hadden. Zo kwamen ze tot de conclusie dat ook andere factoren een rol speelden, zoals de mate van ondersteuning binnen het gezin en het aantal negatieve levensgebeurtenissen dat ze meemaakten.
Bron: J Am Acad Child Adolesc Psychiatry, 2018; 57: 471–80