Met de metafoor van een huis in een maatschappij legt Robert Muts de werking van ons afweersysteem heel beeldend uit. Iedereen die met geneeskunde te maken heeft, heeft het volgende geleerd: de cel is de kleinst levende eenheid binnen een organisme. Een eencellig organisme is op te vatten als een rondtrekkende nomade. Het verzorgt zijn eigen voedsel, eigen huis, eigen kleding, onderwijs, enzovoort. Een meercellig organisme is een maatschappij; er zijn differentiaties in beroepen ontstaan, zoals de bakker en de fietsenmaker, die van elkaar afhankelijk zijn. De cellen zijn te vergelijken met een huis, vele huizen met een wijk, verschillende wijken met een stad, meerdere steden met een maatschappij. Hierbij is de infrastructuur van de maatschappij van belang. In deze metafoor stellen we de cel voor als een gebouw met vele deuren. De cel De cel bestaat uit cytoplasma en een cytoskelet, als het ware de inrichting van het gebouw. De mitochondriën vormen de energievoorziening en de ribosomen zijn de werkplaats voor het maken van eiwitten. Voorts hebben we schoonmaakploegen (lysosomen en peroxisomen) en is er een celkern die sturing geeft aan het gebouw. De muren worden gevormd door het celmembraan met vele deuren als receptoren, maar ook met een
Het volledige artikel lezen?
Als abonnee kunt u dit artikel gratis lezen door in te loggen op uw account. Nog geen abonnee? Sluit nu een abonnement af.
Om je beter en persoonlijker te helpen, gebruiken wij cookies en vergelijkbare technieken. Met de cookies volgen wij en derde partijen jouw internetgedrag binnen onze site. Hiermee tonen we advertenties op basis van jouw interesse en kun je informatie delen via social media. Als je verdergaat op onze website gaan we ervan uit dat je dat goed vindt. Meer weten? Bekijk onze cookiepagina