Robert Muts geeft een andere kijk op veel voorvoorkomende voedselovergevoeligheden en legt uit wat er nu precies in het lichaam gebeurt.
Er zijn twee vormen van voedselovergevoeligheid: de voedselintolerantie en de voedselallergie. Het verschil tussen deze beide vormen is dat bij intolerantie het lichaam ongewoon reageert op een bepaalde stof, zonder dat hierbij het immuunsysteem is betrokken. De reactie volgt meestal langere tijd na het eten van het voedsel; klachten treden op na twee tot drie dagen. Een allergische reactie is een directe snelle reactie van het immuunsysteem op stoffen van buitenaf waar het lichaam normaal gesproken niet heftig op behoort te reageren. De stoffen die bij mensen zo’n heftige reactie kunnen veroorzaken, noemen we allergenen.
Koemelk en lactose
Lactose is een koolhydraat dat in melk en in melkproducten voorkomt en het wordt ook wel melksuiker genoemd. Om lactose te kunnen verteren, hebben we het enzym lactase nodig. Lactase wordt in de dunne darmwand aangemaakt. Als er geen of niet voldoende lactase wordt aangemaakt, kan lactose in onze voeding niet goed verteerd worden. Lactose komt dan onverteerd in de dikke darm terecht. De bacteriën in de dikke darm, de darmflora, beginnen vervolgens lactose te ‘vergisten’. Hierdoor kunnen klachten ontstaan. We spreken dan van lactose-intolerantie. Door het tekort aan lactase kan lactose niet opgenomen worden door ons lichaam. Dit wordt ook wel lactasedeficiëntie genoemd Niet iedereen heeft last van merkbare klachten, zoals buikpijn, diarree, winderigheid door de verminderde opname van lactose. Veelal zijn de klachten sluimerend aanwezig en zijn we er allang aan gewend geraakt.
Er zijn verschillende vormen van lactose-intolerantie, afhankelijk van de oorzaak. Lactose-intolerantie kan al bij de geboorte aanwezig zijn, maar de intolerantie kan ook ontstaan op kinderleeftijd of bij volwassenen. Lactose zit in vrijwel alle zuivelproducten, melk in al haar variaties, yoghurt, kwark, kazen, boter. Soms zijn er zuivelproducten waar minder lactose in zit of is de lactose (deels) omgezet door bacteriën, fermentatie. Dit is het geval bij harde, oude kazen en de meeste biogardeproducten. Koemelk kan ook een allergie veroorzaken. Dan gaat het meestal om het eiwitbestanddeel, zoals caseine of wei. Maar het kan ook gaan om een reactie op de aminen, zoals tyramine of histamine.
Dan bestaat er natuurlijk het Nederlandse sprookje over kalk en melk. Jazeker, in melk zit veel kalk, omdat het kalfje immers moet groeien, maar ook veel fosfor, dat de koe haar harde kop geeft. En ook de koe tovert geen calcium in de melk, zij haalt dat uit groene groente, meestal gras. Ik zal niet adviseren om dan maar te grazen, maar alle groene groente, fruit, bonen, peulvruchten, noten, vis en vlees bevatten ruim voldoende kalk voor ons lijf en onze botten.
Gluten
Gluten betekent in het latijn: lijm en precies daarvoor wordt het, in overmaat, gebruikt. Gluten is een graaneiwit. Het dient als voedsel voor de graankorrel om te ontkiemen. De voedingsindustrie gebruikt de plakeigenschappen van gluten voor alle soorten deeg, zodat het kan rijzen en aan elkaar blijft zitten.
Het probleem van gluten zit meestal in het prolaminedeel, waar veel mensen overgevoelig op reageren. Niet in de laatste plaats, omdat het gebruik van gluten de laatste jaren sterk is gestegen. Tegenwoordig gebruiken we nieuwe termen voor glutenintolerantie, zoals glutensensitiviteit of non-coeliac gluten sensitivity (NCGS). Coeliaki is een ernstige auto-immuunziekte die uitgelokt wordt door gluten. Ook bij coeliaki gaan de slijmvliezen in de darm kapot. Intolerantie en coeliaki worden nog wel eens door elkaar gebruikt.
Vrijwel alle graanproducten, inclusief haver en de meelproducten die daarvan worden gemaakt, bevatten gluten, evenals alle kant-en-klaarsauzen, muesli ’s, ontbijtdranken en gepaneerde producten. Onder de dranken vallen ook bier, gerst- of malthoudende dranken, zoals granenkoffie. Tegenwoordig is vermijden van deze producten niet zo moeilijk meer, er zijn genoeg glutenvrije alternatieven. Let wel even op het logo. Met de ‘Kies Ik Gezond?’-app van het Voedingscentrum kun je gemakkelijk opzoeken of een product glutenvrij is. Je kunt eenvoudig de optie ‘gluten’ selecteren of het ‘Crossed Grain’ keurmerk.
Ook als je in de winkel de streepjescode van een product scant, zie je meteen of het gluten bevat.
Nachtschaden
Nachtschade is de overkoepelende naam voor alle planten van de Solanaceaefamilie. Hieronder vallen onder meer de volgende planten: aardappel, aubergine, chilipepers, groene peper, paprika, piri piri, Spaanse peper, tabak (dus sigaretten, sigaren, pijptabak), tomaat, physalis (Kaapse kruisbes), goji-bessen. Nachtschadeplanten werden lange tijd alleen beschouwd als sierplanten. Pas in 1492 zijn pepers, aardappelen en tomaten naar Europa gekomen en is de mens nachtschadegroenten en -planten gaan consumeren. Aanhangers van het paleoprincipe eten nog altijd geen nachtschade, omdat de eerste jagers en verzamelaars het ook niet aten.
In de nachtschadefamilie zijn allerlei giftige planten te vinden die verschillende alkaloïden bevatten. De planten produceren deze alkaloïden, opdat ze niet worden opgegeten door mensen of dieren. Alkaloïde bevat stikstof en heeft een neurotoxische werking. Het werkt verlammend op ons zenuwstelsel. Om deze reden worden alkaloïden ook als medicijn gebruikt, om bewustzijn of pijn te verminderen. Denk aan morfine, cafeïne, cocaïne, codeïne, nicotine en kinine.
In bewerkte vorm komt nachtschade voor in aardappelproducten, chips, soepen, diepvriesproducten, broodsoorten, biscuits, cake, babyvoeding, saladedressings, tomatensap, -soep, -sauzen, vleessauzen, mayonaise, roze kazen, verpakte noten, kant-en-klaargerechten met kip, krab, gerookte makreel en haring. Ook in andere producten dan voedingsmiddelen komt nachtschade voor, zoals vitamine C-tabletten, hoestdranken en pijnstillers.
De nachtschadefamilie produceert onder andere glycolalkaloïden zoals tomatine en solanine. Het gehalte aan solanine is het hoogst wanneer de groenten rauw zijn, bijvoorbeeld groene delen van een aardappel. Solanine is een natuurlijke neurotoxische stof dat langzaam je lichaam verlaat, waardoor de stof zich makkelijk ophoopt en schade kan veroorzaken. Er wordt beweerd dat je solanine weg kan koken, maar dit is niet correct. Het vermindert wel bij verhitting op zeer hoge temperaturen.
De neurotoxische stoffen in nachtschade veroorzaken maag-darmklachten (krampen, vocht-ophoping en diarree), allergieën, eczeem, vitamine- en mineralentekort (ijzer en calcium), overeten, vermoeidheid na absorptie in de darmhemolyse (afbraak van rode bloedcellen) en stimulatie van het zenuwstelsel gevolgd door depressie.
Sommige mensen krijgen last van reumatische klachten na het eten van nachtschade. Ook dit wordt veroorzaakt door solanine. Solanine veroorzaakt pijn in zachte weefsels en gewrichten, waardoor fibromyalgie en artritis erger kunnen worden. Geen nachtschade consumeren, kan de pijn sterk verminderen. Ook als je last hebt van spierpijnen, verkrampingen, weersveranderingen, zuurbranden, slechte genezing, slapeloosheid en galblaasproblemen kun je nachtschadeplanten beter vermijden. Welke klachten je krijgt, is persoonsgebonden.
Het is ook bekend dat mensen met een allergie voor graspollen ook een allergie kunnen ontwikkelen voor planten uit de nachtschadefamilie. Dit heet een kruisreactie en deze reactie ontstaat doordat de eiwitten van de nachtschade lijken op de eiwitten van graspollen. Het lichaam reageert daarop door histamine aan te maken en je krijgt allergische klachten na het eten van een product met nachtschade. Is dit bij jou het geval, zoek dan uit op welke producten je allergisch reageert.
Hoe kan het dat dan toch maar weinig mensen last hebben van deze symptomen? Dit komt omdat de glycolalkaloïden relatief amper giftig zijn en afgebroken worden door bacteriën in de darmen. Als je geen last hebt van klachten is het niet noodzakelijk om de nachtschadefamilie te vermijden. De groenten hebben immers ook veel goede eigenschappen. Het beste is om niet dagelijks nachtschadegroenten te eten en om op te letten met de rauwe groenten.
Webinar
Over dit onderwerp heeft Robert Muts een webinar gegeven dat is terug te vinden op: www.integraalmedischcentrum.nl/webinar