Deze ‘wonderplant’ blijkt werkzaam bij tal van aandoeningen
Aloë vera wordt al duizenden jaren geprezen als wondermiddel. Vandaag de dag is het waarschijnlijk de meest populaire alternatieve remedie. De kleverige gel uit de dikke sappige bladeren van deze plant – officieel Aloë barbadensis genaamd en behorend tot de familie van de lelies − wordt zowel uitwendig als inwendig gebruikt voor een scala aan aandoeningen. Is er echter ook bewijs dat het werkt?
Uitwendig gebruik
Een van de meest populaire toepassingen van aloë vera is bij brandwonden. Er is aanzienlijk bewijs voor de doeltreffendheid bij dergelijke wonden. Bij vergelijking van een aloë vera bevattende zalf met een antimicrobiële zalf met zilversulfadizine bij 30 patiënten met tweedegraads brandwonden, genazen de met aloë behandelde wonden significant sneller dan bij behandeling met het standaard zelfzorgmiddel1.
Bevestiging hiervoor werd geleverd in 2007 toen de gegevens van vier verschillende studies werden gecombineerd. De resultaten toonden aan dat brandwondpatiënten behandeld met aloë vera zalf gemiddeld negen dagen sneller genazen dan die in de controlegroepen2. Voor de behandeling van zonnebrand echter, waarvoor hetvaak gebruikt wordt, is het effect niet aangetoond3.
Verschillende studies duiden er wel op dat aloë vera werkzaam is bij bepaalde huidziekten, zoals psoriasis, seborroïsch eczeem (hoofdroos is bijvoorbeeld een milde vorm hiervan) en genitale herpes4. Ondanks zijn welbekende ontstekingsremmende eigenschappen is de plant niet succesvol gebleken bij het voorkomen of verminderen van reacties van de huid bij bestraling, zoals die bij kankerpatiënten5.
Recent bleek aloë vera veelbelovend bij de behandeling van mondproblemen. In laboratoriumonderzoekwas aloë doeltreffender tegen bacteriën dan twee populaire commerciële tandpasta’s6. Testen bij proefpersonen hebben de succesvolle behandeling van tandplaque, tandvleesziekten en orale lichen planus (een soms pijnlijke ontsteking van de tong en het mondslijmvlies) met aloë vera aangetoond7,8.
Inwendig gebruik
Voor het effect bij inwendig gebruik is er minder bewijs. Maar de studies die er zijn, zijn veelbelovend. Orale aloë vera gel (100 ml tweemaal daags gedurende vier weken) gaf significante verbetering bij patiënten met colitis ulcerosa – een inflammatoire darmziekte (IBD) – in vergelijking met een placebo9. Een studie door de St George’s Hospital Medical School in Londen naar aloë vera bij patiënten met het prikkelbare darm syndroom (IBS) kon dit ondanks aanwijzingen voor verbetering van symptomen niet ondubbelzinnig vaststellen10.
Vier afzonderlijke wetenschappelijke literatuuronderzoeken suggereren dat aloë vera bruikbaar kan zijn voor het verlagen van de bloedsuikerspiegel bij diabetespatiënten en van het niveau van de ‘slechte’ LDL cholesterol11.
Deze plantaardige remedie zou zelfs kunnen helpen bij de behandeling van kanker. Italiaanse onderzoekers evalueerden het gebruik van orale aloë vera (A. arborescens in dit geval; 10 ml driemaal daags) bij 240 kankerpatiënten met uitzaaiingen die chemotherapie ondergingen. Zij die aloë vera namen hadden een beduidend betere tumorregressie en overlevingstijd dan wie alleen chemotherapie kreeg12.
Aloë vera producten
Aloë vera bevat een schat aan biologisch actieve bestanddelen. Geen wonder dusdat deze zo bruikbaar blijkt bij een scala aan aandoeningen. Polysacchariden – lange ketens van suikermoleculen die voorkomen in aloë vera gel – zijn wellicht verantwoordelijk voor het ontstekingsremmende, schimmelbestrijdende en wondhelende effect13.
Bieden alle verkrijgbare aloë vera producten echter dezelfde voordelen? Volgens een rapport zouden commerciële, gestabiliseerde gelproducten niet zo goed werken als de verse gel. Wel wordt algemeen aangenomen dat in de gels van koude persing de heilzame eigenschappen het best behouden zijn gebleven14.
Verder is het een goed idee om te kiezen voor producten met een certificaat van de International Aloe Science Council (IASC). Deze werd in het leven geroepen om de zuiverheid van de aloë in deze producten te testen om deze te kunnen garanderen (voor meer informatie zie www.iasc.org).
Joanna Evans
1 Surg Today, 2009; 39: 587-591
2 Burns, 2007; 33: 713-718
3 J Med Assoc Thai, 2005; 88 Suppl 4: S173-176
4 Indian J Dermatol, 2008; 53: 163-166
5 Clin Oncol [R Coll Radiol], 2005; 17: 478-484
6 Gen Dent, 2009; 57: 238-241
7 J Appl Oral Sci, 2008; 16: 293-296
8 Br J Dermatol, 2008; 158: 573-577
9 Aliment Pharmacol Ther, 2004; 19: 739-747
10 Int J Clin Pract, 2006; 60: 1080-1086
11 Br J Gen Pract, 1999; 49: 823-828
12 In Vivo, 2009; 23: 171-175
13 Molecules, 2008; 13: 1599-1616
14 Toxicol Appl Pharmacol, 2008; 227: 125-135