Voor wie is het nodig
Waarschijnlijk zou ieders lichaam baat hebben bij een beetje extra hulp. Maar bij sommigen is dit harder nodig dan bij anderen. Analyse van onder andere ontlasting en leverenzymen laat zien hoe goed het lichaam kan ontgiften. Ervaren natuurgenezers beoordelen zo het gehele lichaam en kunnen bepalen hoe goed het chemisch systeem en het vermogen om afval uit te scheiden werken.
Voor informatie op dit punt kunt u contact opnemen met Genova Diagnostics (+44-20-8336 7750 of Biolab Medical Unit (+44-20-7637 5959). Voor therapeuten is de website van Biolab wellicht een goede bron www.functionalmedicine.org.
Om te ontgiften moet uw lichaam gifstoffen uitscheiden en moet u verder contact hiermee vermijden. Voor hulp hierbij kunt u het beste een erkende therapeut raadplegen. Elk lichaam heeft namelijk zijn eigen aangeboren systeem. Een therapeut kan individuele factoren als lichaamsbelasting, voedselovergevoeligheid en werking van de spijsvertering beoordelen.
Heeft u een ernstige kwaal zoals hartziekte of een andere aandoening, dan moet u uitsluitend onder toezicht proberen te ontgiften. Voor alle anderen volgt hieronder een aantal tips.


• Lichaamsbeweging stimuleert het afvoersysteem van het lichaam. Eén enkele fietstraining kan het gehalte aan ontgiftingsenzymen al verdubbelen1. In een studie met 335 personen werd bepaald hoe snel een bepaalde dosis cafeïne in het lichaam werd afgebroken. De maatstaf daarvoor was het gehalte aan cafeïnemetabolieten (het afbraakproduct) in de urine. Na 30 dagen aerobic training was dat gehalte aanzienlijk hoger geworden2. Bent u fit en gezond dan zou u twee- tot driemaal per week aan aerobic training moeten doen, op zo’n manier dat u een beetje buiten adem raakt. En daarna douchen om te voorkomen dat de afvalstoffen weer in de huid trekken.


• Saunabaden bevorderen het zweten waarbij via de huid afvalstoffen worden afgevoerd zoals zware metalen3, giftige vluchtige koolwaterstoffen4, PCB’s5, pesticiden6, medicijnen, partydrugs8 en andere gifstoffen. Gewone saunabaden en stoombaden kunnen helpen maar ontgiftingsexpert dr. Shideh Pouria, die als medisch directeur verbonden is aan de Burghwood Clinic in Surrey (Groot-Brittannië) adviseert met name de infrarood sauna, waarbij de straling direct in het lichaam wordt opgenomen. Elke dag 3-5 minuten in zo’n sauna doorbrengen heeft bij bijna iedereen een positief effect. Let erop dat u genoeg water drinkt om het lichaamsvocht aan te vullen en neem altijd een douche na afloop.


• Kruisbloemige groenten zoals broccoli, kool, bloemkool en waterkers zijn rijk aan isothiocyanaat, een chemische verbinding die fase II ontgiftingsenzymen activeert en de werking van antioxidanten stimuleert9. Dat zou verklaren waarom het eten van veel van dergelijke groenten beschermt tegen kanker10. Isothiocyanaten bleken in een onderzoek bij ratten het kankerverwekkende effect van sigarettenrook af te zwakken. Bij rokers bleek waterkers de uitscheiding van een nicotinecarcinogeen in de urine aanzienlijk te verhogen. Daartoe hoefden vrijwilligers drie dagen lang bij elke maaltijd slechts een half ons van deze groente te eten11. Geadviseerd wordt om elke dag ten minste vijf porties biologische kruisbloemige groente te eten.


• Uien, knoflook en prei zijn bekende lichaamsreinigers. Daarnaast hebben ze een antioxidante werking. Ze bevatten organische zwavelverbindingen die belangrijke aanjagers van de fase II enzymen zijn12.


• Vezels kunnen zich binden aan gif in het lichaam en op die manier helpen dit af te voeren. Uit reageerbuis- en dieronderzoek blijkt dat voedingsvezels, bijvoorbeeld rijstzemelen en spinazievezels, de uitscheiding van kankerverwekkende milieuvervuilers bevorderen. Denk daarbij aan stoffen als polychloor-dibenzofuranen (PCDF’s) en polychloor-dibenzo p-dioxinen (PCDD’s)13. Of dit resultaat ook voor mensen opgaat is nog niet duidelijk.


• Groene thee is een krachtig reinigingsmiddel, in elk geval bij dieren. Een hoeveelheid groene thee-extract die een gemiddelde theedrinker binnenkrijgt bleek een gunstige rol te spelen bij een essentiële fase II-reactie in de lever. Dit gebeurt door het metabolisme te helpen gifstoffen om te zetten in inactieve, gemakkelijk uit te scheiden moleculen14. Ook dit is niet specifiek bij mensen aangetoond. Wel ziet men in epidemiologische studies een relatie tussen het drinken van zo’n drie koppen groene thee per dag en een afname van het risico op kanker bij mannen en vrouwen. Dit zou deels liggen aan een verhoogde neutralisatie van kankerverwekkende stoffen15.


• Zeewier en alginaat. Chlorella algen kunnen hardnekkige chemicaliën zoals dioxinen uit het lichaam verwijderen en voorkomen dat deze in de maag terecht komen, althans bij ratten16. Zwangere vrouwen die chlorella supplementen slikten hadden een significant lager dioxinegehalte in de moedermelk en het navelstrengbloed. Daaruit valt af te leiden dat de algen het doorgeven van deze gifstoffen aan de zuigeling of de ongeboren vrucht verminderen17. Ratten die zeewier aten zoals wakame, hiziki en kombu hadden een snellere uitscheiding van opgeslagen dioxinen, zo werd in dieronderzoek vastgesteld18. Wees er wel op bedacht dat alles uit zee vervuild kan zijn. Koop dus alleen van een betrouwbare leverancier.


• Kruiden en supplementen. Melkdistels, vitamine C, alfa-liponzuur, selenium en N-acetylcysteïne kunnen het glutathiongehalte van het lichaam verhogen, wat van essentieel belang is in het fase II ontgiftingsproces19. Ook rasayanas, een groep Ayurvedische kruidenpreparaten stimuleren de ontgifting20. Vraag voor de juiste dosering advies aan een gekwalificeerd therapeut.


• Vermijd het contact. Zorg dat u zo min mogelijk aan gifstoffen blootstaat. Dat is nog de allerbeste remedie.


1Life Sci, 1990; 47: 427-432


2Adv Exp Med Bio, 1991; 283: 407-411


3Clin Chem, 1973; 19:1288-1292


4Bol Asoc Med PR, 1991; 83: 321-324


5Arch Environ Health, 1989; 44: 345-350


6Townsend Lett Docs, 1992; 107: 470-478 


7Beitr Gerichtl Med, 1990; 48: 45-49


8Pol Tyg Lek, 1991; 46: 186-187


9Proc Natl Acad Sci USA, 1997; 94: 10367-10372


10Mutat Res, 2001; 480-1: 285-297


11Adv Exp Med Biol, 1996; 401: 1-11


12Clin Nutr Insight, 1997; 5: 1-4


13J Nutr Biochem, 2005; 16: 50-58


14Food Chem Toxicol, 1995; 33: 27-30


15Altern Med Rev, 1999; 4: 360-370


16J Nutr, 1999; 129: 1731-1736


17Chemosphere, 2005; 61: 1244-1255


18J Agric Food Chem, 2002; 50: 910-917


19Alt Med Rev, 2000; 5: 133-143


20Am J Chin Med, 2002; 30: 155-171