Een cocktail aan chemische stoffen

Een mens kan ongemerkt zo’n twintig pesticiden binnenkrijgen op een dag. Jaar in jaar uit. Heeft het stapel- en cocktaileffect van deze stoffen nadelige gevolgen?

Bijna 25 jaar geleden dook de term ‘stapelen’ ofwel cumulatie op. Pesticiden zouden zich gedurende het leven in het lichaam opslaan in het lichaamsvet. Gecombineerd zouden pesticiden nog schadelijker zijn. De bezorgdheid over de effecten op mens, dier en milieu neemt de laatste jaren toe.

Het beleid dat sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw geldt voor gewasbeschermingsmiddelen is volgens onderzoekers veel te soepel. Europese organisaties pleiten er al decennialang voor dat de Europese Unie tot een beleid moet komen. Pas afgelopen jaar kwam de Europese voedselautoriteit EFSA met resultaten, waarbij de rekenmodellen volgens enkele experts niet afdoende zijn.

Tevens wordt gedaan alsof weinig bekend is over de gezondheidseffecten van pesticiden. Toch komen steeds meer onderzoeken naar voren waarin de alarmbellen afgaan.
Cumulatieve blootstelling aan onder meer bestrijdingsmiddelen zou de seksuele ontwikkeling bij de mannelijke foetus verstoren, wat kan leiden tot onomkeerbare effecten op volwassen leeftijd bij mannen, zoals verminderde kwaliteit van het sperma, misvormde of ontbrekende testikels en teelbalkanker.1

Daarnaast wordt blootstelling aan pesticiden in verband gebracht met gewichtstoename en diabetes type 2, doordat de stoffen de functies van het vetweefsel kunnen veranderen.2

Ook kunnen hormoonverstorende pesticiden in lage doses in afzonderlijke blootstelling zorgen voor gewichtstoename, doordat de functie van de schildklier kan worden verstoord; juist door het stapeleffect van stoffen als de insecticide imidacloprid en de fungicide mancozeb.3 Verder blijkt uit een meta-analyse van zeven studies dat levenslange blootstelling aan pesticiden blijvende toxische effecten op het centrale zenuwstelsel kan hebben en kan bijdragen aan de ontwikkeling van alzheimer.4

Bovendien neemt de kans op borstkanker toe bij een mengsel van chemische stoffen.5

Lange tijd werd de ‘stapel-theorie’ door risico-experts zelfs ontkend, stelt de Britse toxicoloog Andreas Kortenkamp, hoogleraar aan de Brunel Universiteit in Uxbridge, in Trouw in 2014.6De VS erkende cumulatie in 1996, maar EFSA kreeg pas in 2005 opdracht om tot een rekenmodel te komen waarin stapelen is opgenomen.

Dat EFSA pas afgelopen jaar met twee pilotbeoordelingen kwam over de risico´s van bestrijdingsmiddelenresiduen in levensmiddelen op de mens, komt doordat het proces zou zijn gedwarsboomd vanuit het bedrijfsleven, zegt biochemicus Hans Muilerman van Pesticide Action Network (PAN) Europe in hetzelfde artikel in Trouw.

In de zogeheten cumulatieve risicobeoordelingen van EFSA is gekeken naar de chronische en acute effecten op het schildklierstelsel, zoals veranderingen in de hormoonspiegel die kunnen wijzen op een toxisch effect zoals verstoring van de schildklier, en in de andere studie zijn twee acute effecten op het zenuwstelsel bekeken. EFSA gebruikte gegevens over 2014, 2015 en 2016, verzameld door EU-lidstaten in het kader van hun officiële monitoring van bestrijdingsmiddelenresiduen in levensmiddelen. Het gaat daarbij om consumptiegegevens van tien groepen consumenten uit verschillende landen die waren onderverdeeld in volwassen en kinderen, waaronder ook kleuters.7

De methode van EFSA voor het indelen van bestrijdingsmiddelen is gebaseerd op het identificeren van verbindingen die toxicologische eigenschappen vertonen in een specifiek orgaan of systeem. Stoffen worden daarvoor onderverdeeld in zogenaamde cumulatieve beoordelingsgroepen (CAG’s).

PAN Europe is teleurgesteld over het resultaat en acht de gehanteerde onderzoeksmethode ongeschikt om goed te kunnen beoordelen of mengsels van bestrijdingsmiddelen geen gevolgen hebben. De effecten van bestrijdingsmiddelen worden totaal onderschat. Volgens milieutoxicoloog dr. Angeliki Lyssimachou van PAN Europe is geen rekening gehouden met ‘onderzoek waarbij hormoongerelateerde ziekten worden onderzocht bij lage dosis en continue blootstelling gedurende gevoelige of kwetsbare perioden van het leven’.8

Ook andere experts zijn kritisch. Toch stelt EFSA dat ons voedsel veilig is, terwijl we nog weinig weten van de effecten van de cocktails van bestrijdingsmiddelen op de gezondheid, schrijven respectievelijk De Gelderlander en de Volkskrant.9,10

Normen

Al meer dan zeventig jaar worden pesticiden gebruikt in Europa. Met collega-wetenschappers kijkt hoogleraar Violette Geissen van Wageningen Universiteit & Research naar het effect van cocktails van pesticiden op het bodemleven, de gezondheid van de mens, het dier en het plantenleven. Ze wil feiten op tafel, waarmee de Europese wetgeving kan worden aangepast.

In mei 2021 toonde Geissen alvast al aan dat de verschillen tussen biologische en conventionele landbouw aanzienlijk zijn. Biologische bodems vertoonden 70 tot 90 procent lagere residuconcentraties dan de overeenkomstige conventionele bodems. Het aantal gebruikte pesticiden was daarbij aanzienlijk lager bij biologische landbouw.

Conventioneel werd een maximum van zestien residuen getroffen en biologisch was het maximum vijf, publiceerde het wetenschapstijdschrift Environmental Pollution.11
Het beoordelingssysteem van pesticiden vindt Geissen achterhaald, omdat de normen op theoretische modellen uit de jaren tachtig zijn gebaseerd. ‘Er is een groot gebrek aan kennis over de effecten van de geaccumuleerde en complexe mengsels van residuen van bestrijdingsmiddelen. Daardoor moeten zo spoedig mogelijk veiligheidsbenchmarks worden vastgesteld en in de (bodem)wetgeving worden opgenomen’, zegt ze.

Ook is van weinig bestrijdingsmiddelen duidelijk of deze onschadelijk zijn. Als onvoldoende bekend is, zou een voorzorgsmaatregel moeten gelden, stelt Geissen in het Volkskrant -artikel. ‘Op de markt zijn zo’n 2000 bestrijdingsmiddelen met 500 werkzame substanties. Collega’s bekeken er 289. Van slechts 50 staat vast dat deze onschadelijk zijn. De overige 239 zijn omstreden of niet 100 procent zeker.’

Landbouwkundige Jelmer Buijs vindt de toelatingsnormen van bestrijdingsmiddelen ook te soepel, omdat we niet weten wat de stoffen op de lange termijn doen en omdat het stapeleffect buiten beschouwing wordt gelaten. Buijs zegt daarover in Trouw: ‘Voor alle stoffen wordt ervan uitgegaan dat de dosis de giftigheid bepaalt, wat ten dele geldt voor heel veel stoffen, waaronder kankerverwekkende en hormoonverstorende stoffen. Echter is in de praktijk van heel weinig stoffen bekend hoe tijdsafhankelijk de werking is.’12

Zolang boeren onder de norm blijven per middel, dan is het goed. Er bestaat geen officiële richtlijn hoeveel een mens in totale aantallen mag binnenkrijgen. PAN UK beschreef in oktober 2019 het falen van een EU-beleid in het rapport The Cocktail effect – How pesticide mixtures may be harming human health and the environment. De organisatie stelt zelfs dat het vertrek uit de Europese Unie voor het Verenigd Koninkrijk kans biedt om maatregelen te treffen, door bijvoorbeeld lokaal pesticiden terug te dringen en om wetgeving aan te scherpen.13

Veiligheid

Om de veiligheid in de Europese Unie te bepalen, is net zoals bij E-nummers per bestrijdingsmiddel bepaald wat de Aanvaardbare Dagelijkse Inname (ADI) is die je levenslang elke dag mag binnenkrijgen zonder dat dit effect heeft, publiceerde het Voedingscentrum zes jaar geleden. Daarnaast wordt rekening gehouden met een acute referentiedosis (ARfD): een schatting van de hoeveelheid die een mens binnen 24 uur mag binnenkrijgen. Ook geldt het maximum residulimiet (MRL). De Europees wettelijke MRL-norm moet zo laag zijn dat de ADI en ARfD niet overschreden kunnen worden.14

Gemiddeld zitten op groenten en fruit vijf soorten bestrijdingsmiddelen. Maar ook andere producten zoals granen en rijst kunnen pesticiden bevatten. Het aantal pesticiden op groente en fruit neemt bovendien toe, becijferde PAN Europe in 2017. Het hoogst gerapporteerde aantal residuen van bestrijdingsmiddelen in een monster liep zelfs op tot dertig stuks bij druiven en rozijnen in 2015. Maar ook in wijn en gojibessen werden een paar jaar terug respectievelijk 26 en 29 soorten residuen gevonden. Op bijna 30 procent van de voedingsmonsters zaten bovendien meerdere residuresten.15

Het aantal overschrijdingen lijkt eveneens toe te nemen. In 2019 overschreed bijna 4 procent de MRL, een halve procent lager dan 2018, maar in 2010 was dit slechts een ruime 1,5 procent, volgens cijfers van EFSA.16

De hoogste maximale residu-overschrijdingen (meer dan 15 procent) werden in 2019 gevonden op onder meer druivenbladeren, tuinbonen, koriander, chilipepers, waterkers, passievruchten/maracuja’s, selderij, granaatappels, basilicum, uien en thee.17

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert ook het aantal middelen per product. Volgens een publicatie eind 2019 kijkt NVWA steekproefsgewijs of de maximale residulimiet niet wordt overschreden. De organisatie neemt hiervoor monsters en analyseert op residuen. ‘Een deel van de steekproef is representatief voor een product(groep) op de markt en bij een ander deel wordt risicogestuurd bemonsterd. De bemonsterde groente- en fruitmonsters worden met zogenoemde multi-residumethoden op twee- tot vijfhonderd verschillende residuen van bestrijdingsmiddelen onderzocht.’ Uit onderzoek blijkt dat overschrijdingen vooral worden gevonden in producten uit niet-EU-landen zoals Turkije, Colombia, Suriname, de Dominicaanse Republiek, Mexico en Kenia. De instantie anticipeert met verscherpt toezicht als overschrijdingen worden opgemerkt. Uit marktonderzoek moet blijken of verbeterde kwaliteit blijvend is, anders volgen er sancties. Bij overschrijdingen gelden boetes en worden partijen van de markt gehaald.18

Cocktaileffect

Volgens toxicoloog Kortenkamp moet de risicobeoordeling veel breder worden getrokken. De term ‘cocktaileffect’ is daarmee niet voorbehouden aan pesticiden in het algemeen en wordt ook gebruikt om de combinatie van hormoonverstorende stoffen te duiden die we kunnen binnenkrijgen. Denk hierbij aan pesticiden in voeding, maar ook stoffen die lekken uit plastics als bisfenol A (BPA), weekmakers die zorgen dat plastic en rubber buigbaar zijn zoals ftalaten of bijvoorbeeld parabenen die we op de huid smeren via cosmetica.

Alleen in het vruchtwater werd al een combinatie van zo’n vijftien verschillende soorten stoffen gevonden en hiertegen wordt geen bescherming geboden. Systematisch wordt ‘mixtures effects’ buiten beschouwing gelaten, stelt Kortenkamp in een presentatie tijdens een conferentie over pesticiden georganiseerd door De Groenen/Europese Vrije Alliantie.19 In dezelfde presentatie staat dat uit experimentele studies blijkt, dat bij meer dan tachtig chemicaliën de combinatie van stoffen tot een hogere toxiciteit leidt dan stoffen die individueel gebruikt worden.

Kortenkamp stuurt erop aan dat bestrijdingsmiddelen in combinatie met andere chemische stoffen gegroepeerd moeten worden. ‘De traditionele risicobeoordeling per chemische stof is niet in staat de waarschijnlijke cumulatieve gezondheidsrisico’s weer te geven’, publiceerde hij in Molecular and Cellular Endocrinology begin 2020. Een minimale reeks chemische stoffen moet samen met ftalaten worden beoordeeld. Denk hierbij aan pesticiden als vinclozolin, prochloraz, procymidone en linuron. Maar ook aan pijnstillers als paracetamol, aspirine en ibuprofen en geneesmiddelen als de testosteronremmer finasteride, ketoconazol tegen schimmelinfecties en de cholesterolremmer simvastine.20

Stapeleffect

Bij het maken van beleid wordt ook voorbijgegaan aan de mogelijkheid dat polluenten ofwel vervuilende stoffen zich kunnen opslaan in onze vetten. Dit stapeleffect zien we niet alleen terug bij dieren, maar in zekere mate ook bij mensen. Vetoplosbare polluenten hebben de neiging zich op te stapelen in de voedselketen. De paling, die al geruime tijd wordt gevolgd, is een goede bio-indicator vanwege zijn hoge vetgehalte.

De federale Universiteit van het Verre Oosten (FEFU) stelt dat pesticiden zich vooral ophopen in inwendige organen en lichamen van dieren met een hoog vetgehalte. Al verscheidene jaren bestudeert de FEFU zeevogels en zeezoogdieren. Vooral de organochloorpesticiden (OCP’s), een van de meest gebruikte synthetische pesticiden die zijn afgeleid van chloorkoolstof, blijven achter.21

Twee voorbeelden van OCP’s zijn DDT (in ontwikkelingslanden nog steeds gebruikt) en de neonicotinoïde imidacloprid waar een gedeeltelijk verbod op geldt. In Nederland startte men veertig jaar geleden met het monitoren van OCP’s en polychloorbifenylen (PCB’s) bij gele paling. PCB’s komen voor in bepaalde soorten olie, plastic, bouwmaterialen en in bestrijdingsmiddelen met chloor. Het Voedingcentrum omschrijft: ‘Ongeveer een derde van de PCB’s die we als mens binnenkrijgen, verlaat het lichaam via de ontlasting. De rest wordt in het vetweefsel opgeslagen. Afhankelijk van de chemische samenstelling, breekt het lichaam de PCB’s in enkele maanden tot tientallen jaren af.’22

Metingen van de PCB-concentraties sinds 1977 tonen een langzame daling, maar in januari 2021 sloot landbouwminister Carola Schouten nog twee visgebieden in het IJsselmeer, omdat er paling zwemt met te veel gifstoffen.23 In de meeste landen zijn PCB’s al zo’n dertig jaar verboden.

De hoeveelheid OCP’s in de bodem en het water blijft echter stijgen, volgens onderzoeker Timothy Ajiboye. In het wetenschapstijdschrift Applied Sciences wordt een waarschuwing afgegeven: ‘Wanneer mensen of dieren, vis consumeren die vervuild zijn met organochloorpesticiden, kunnen de actieve bestanddelen van de pesticiden in het systeem vrijkomen, wat een schadelijk effect heeft.’24

De zogeheten OCP’s vallen onder de persistente organische verontreinigende stoffen (POP’s), waaronder ook de PCB’s en DL-PCB’s (dioxinen) vallen. Voor POP’s geldt ook dat deze zich opstapelen in het vetweefsel van het lichaam. De stoffen komen voor in alle levende organismen en in voedingsmiddelen zoals vis, wild, melkproducten, vlees en eieren. ‘Bij de productie van moedermelk worden de vetreserves aangesproken en komen de vervuilende stoffen in borstvoeding terecht. Alle kinderen, ook zij die geen borstvoeding krijgen, worden blootgesteld aan polluenten. Deze worden tijdens de zwangerschap doorgegeven aan de foetus via de placenta’, publiceerde gezondheid.be. Uit een brief aan tweehonderd moeders die aan het onderzoek van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) meededen, blijkt dat sommige stoffen als DDT, dieldrin en chlordaan in 2006 in moedermelk voorkwamen. Die stoffen grensden veelal aan de maximale toegestane meetwaarden.25

De stapeling van POP’s vergroot de kans op borstkanker en kan daarnaast uitzaaiingen bevorderen. Wetenschapper Meriem Koual van European Hospital Georges Pompidou onderzocht dit met haar team. Ze namen bij patiënten verschillende monsters af, waarbij bijna vijftig verschillende POP’s werden gemeten, waaronder ook organische chloorpesticiden (OCP’s). De studie suggereert dat sommige PCB’s kunnen bijdragen aan uitzaaiing van kanker. ‘Hoewel deze resultaten met de nodige voorzichtigheid moeten worden bekeken, is dit de eerste studie die dergelijke potentiële risicofactoren identificeert. Grotere longitudinale studies zijn nodig om onze resultaten te bevestigen.’26

De WHO voert sinds 1987 onderzoek uit naar PCB’s en dioxinen in moedermelk in meer dan vijftig landen. De PCB-niveaus waren het hoogst in Oost- en West-Europa, ondanks dat een neerwaartse trend is gesignaleerd. Toch blijkt dat blootstelling in de baarmoeder een dominantere rol speelt dan blootstelling tijdens de borstvoeding. De WHO zegt in het medische tijdschrift Archives of Toxicology na een review van drie studies: ‘Onze waarnemingen vormen een sterk argument om te pleiten voor verdere mondiale brongerichte maatregelen om de blootstelling van de mens aan dioxineachtige verbindingen verder terug te dringen.’27

Conclusie

De boodschap van de WHO is duidelijk voor met name de PCB’s, waaronder ook de organochloorhoudende pesticiden vallen ofwel de OCP’s. EFSA concludeerde wel dat de cumulatieve blootstelling van bestrijdingsmiddelen via voeding met verschillende mate van zekerheid veilig is, alleen moeten de beoordelingen over de effecten van bestrijdingsmiddelen op andere organen en lichaamsfuncties nog volgen. Daarnaast is niet naar het effect op de lange termijn gekeken. Het lijkt erop dat voorbij wordt gegaan aan het feit dat verontreinigende stoffen zich kunnen opslaan in het lichaamsvet en dat hormoonverstorende stoffen de mens in eerste instantie al bereiken via de foetus. Willen de beleidmakers het echt goed doen, dan zou het beter zijn om te werken aan een beleid dat ons beschermt tegen de combinatie van hormoonverstorende chemische stoffen die we dagelijks op ons bordje krijgen.

Wilt u dit artikel lezen?

Als abonnee kunt u dit artikel gratis lezen door in te loggen op uw account. Nog geen abonnee? Sluit nu een abonnement af.

Andere artikelen van Yildiz Celie

Interview: Grip op voeding

Het leven in één molecuul

Gewicht blijvend verlagen ís mogelijk

Reset het drievoudige brein

Is nanotechnologie wetenschap van de toekomst?

Marktwerking en zorg?

Veel politici spreken zich uit over marktwerking in de zorg. Volgens sommigen helpt concurrentie om kosten te beteugelen. Volgens anderen leidt het juist tot meer kosten en minder kwaliteit. De uitspraken van voor- en tegenstanders zijn niet altijd onderbouwd. Ten...

Gastcolumn: Emoties kun je als voedsel verteren

Er is de afgelopen jaren een gestage toename te zien van het aantal mensen dat psychische aandoeningen ontwikkelt.1 Dat is zorgelijk, maar eigenlijk ook relatief eenvoudig te veranderen. De kern van het probleem is dat veel mensen hun emoties niet adequaat kunnen...

De borsten

Zacht, rond, fier, stevig, klein, hangend, veranderd of zelfs afwezig na een operatie… Borsten zijn er in vele prachtige soorten en maten. Ze bestaan uit vetweefsel, bindweefsel, ligamenten én borstklieren; elke borst is gevuld met zo’n vijftien tot twintig lobben die...

Holistische hulp bij een kinderwens

Zwanger worden, het lijkt zo vanzelfsprekend. Toch heeft 1 op de 5 stellen vruchtbaarheidsproblemen - en dat worden er steeds meer. In haar praktijk begeleidt Ingrid Schoonveld vrouwen met een onvervulde kinderwens. Schoonveld werkte al jaren in de communicatiesector...

Beter naar je gevoel (leren) luisteren deel 2

In het eerste deel van dit tweeluik las je waarom het een uitdaging kan zijn om naar je gevoel te luisteren. In dit tweede deel gaan we in op het maken van gezonde voedingskeuzen, door een situatie te creëren waarin je op je gevoel kunt leren vertrouwen. Belangrijke...

Yildiz Celie avatar

Over de auteur

Yildiz Celie (1979) is nieuwsgierig naar het leven, optimistisch over duurzaamheid en heeft een achtergrond in de mode. Ze studeerde af aan de kunstacademie in Den Haag. Ze schrijft graag over voeding en gezondheid. Bij The Optimist schrijft zij achtergrondverhalen en verrijkt ze onze magazines met haar analytische geest.
Lees meer artikelen van Yildiz Celie