Een placebo voor alle psychiatrische ziekten

[rubriek: Uitgelicht]

Een placebo voor alle psychiatrische ziekten

Psychofarmaca zijn gevaarlijk. Een onderzoeker schat dat ze doodsoorzaak nummer drie vormen. Bovendien werken de middelen niet beter dan placebo’s.

Door: Bryan Hubbard

Wat dacht u hiervan: we geven iedereen met een psychiatrische aandoening, zoals een depressie of een angststoornis, een suikerpilletje. Ja, echt, een neppil of zoals artsen het noemen: een placebo.
Onverantwoord? Nou, uit onderzoek blijkt van niet. De meeste psychiatrische medicijnen lijken zelfs alleen maar een placebo-effect te hebben. Met andere woorden: de patiënt denkt dat het medicijn werkt, en daarom werkt het. En vergeet niet dat placebo’s geen vervelende bijwerkingen hebben, wat bij veel psychofarmaca zo’n beetje standaard het geval is.
Laten we de gegevens eens nader bekijken. Alleen dementie en alzheimer (en enkele zeldzame chromosoomafwijkingen die niemand kan verklaren) hebben een biologische oorzaak, wat betekent dat ze te zien zijn op een scan of bij een onderzoek. Wat de rest aangaat, en dat zijn ongeveer alle andere psychiatrische aandoeningen, wordt de diagnose gesteld op basis van de subjectieve waarnemingen van een psychiater.
Om de diagnose te stellen, zoekt de psychiater naar gedragspatronen: iemand die depressief is voelt zich somber of heeft nergens zin in; iemand die psychotisch is gedraagt zich irrationeel; de bipolaire patiënt heeft extreme stemmingswisselingen, met pieken en dalen; het kind met een aandachtstekortstoornis misdraagt zich; enzovoorts. Maar zoals de toezichthouder op de geestelijke gezondheidszorg, de Citizens Commission on Human Rights (CCHR) International benadrukt: gedrag is niet hetzelfde als een ziekte. En als er geen sprake is van een ziekte, kan de geneeskunde het niet genezen.

Gegevens onder de pet
De farmaceutische industrie is het hier niet mee eens. Meer dan veertig jaar lang hebben haar onderzoekers de boodschap verspreid dat depressieie wel degelijk een lichamelijke oorzaak heeft: het komt allemaal door een chemische disbalans in de hersenen. Ze noemen met name een tekort aan serotonine, een neurotransmitter die ervoor zorgt dat hersencellen met elkaar communiceren.
Deze theorie zorgde ervoor dat er SSRI’s op de markt kwamen: selectieve serotonineheropnameremmers. De bekendste van deze familie van antidepressiva is waarschijnlijk fluoxetine (Prozac), op de voet gevolgd door paroxetine (Seroxat) en sertraline (Zoloft). SSRI’s leveren wereldwijd ongeveer 11 miljard dollar (ruim 10 miljard euro) aan omzet per jaar op.
Maar de theorie klopt niet. Zelfs de Amerikaanse Vereniging voor Psychiatrie APA heeft zich er stilletjes van gedistantieerd. Het conservatieve vakblad Psychiatric Times is het daarmee eens. Zoals hoofdredacteur Ronald Pies schreef: ‘In werkelijkheid was de "chemische disbalans" altijd een broodje-aapverhaal, nooit een theorie die serieus door deskundige psychiaters naar voren is gebracht.’1
Als de theorie over de hersenchemie niet klopt, hoe kan het dan dat de SSRI’s lijken te werken? Het is maar de vraag of ze werkelijk werken. In elk geval niet beter dan een placebo. Irving Kirsch van de medische faculteit van Harvard concludeerde na een analyse van alle gegevens – inclusief gepubliceerd onderzoek, ongepubliceerde artikelen en studies die moedwillig door de geneesmiddelenindustrie zijn verzwegen – dat sommige antidepressiva het gehalte aan serotonine verhogen, sommige het verlagen en de rest geen enkele invloed heeft. Toch hebben ze allemaal hetzelfde therapeutische effect, dat ongeveer gelijk is aan dat van een placebo. Zelfs in studies waarin de medicijnen iets beter scoren dan de placebo is er sprake van een ‘super-placebo-effect’. Dat komt doordat de meeste patiënten voordat de trial is afgelopen, te horen krijgen of ze het medicijn of een placebo krijgen.
Niet alleen blijken SSRI’s niet te werken, maar ze kunnen op de lange duur de problemen ook verergeren. ‘Net als andere theorieën in de geschiedenis van de wetenschap, is de serotoninetheorie onjuist gebleken. In plaats van depressie te genezen, kunnen deze populaire antidepressiva een biologische kwetsbaarheid teweegbrengen, die mensen op de lange termijn vatbaarder maakt voor depressies,’ schrijft Kirsch.2

Frauduleuze marketing
Als de voordelen veel groter lijken dan die van een placebo, dan moet u bedacht zijn op bedrog. Medicijngigant GlaxoSmithCline (GSK) liet duizenden onderzoeksgegevens weg uit zijn inmiddels beruchte ‘Studie 329’. Dit onderzoek, gepubliceerd in 2001, concludeerde dat zijn antidepressivum paroxetine (in Nederland op de markt als Seroxat) bij jongeren met een milde depressie werkzaam en veilig was.
Maar het was geen van beide. De onderzoekers van GSK wisten dat het niet tegen depressie hielp en erger, dat het de kans op suïcidaal gedrag vergrootte. Ze verzwegen de ongemakkelijke waarheid, lieten een marketingbedrijf het artikel schrijven en betaalden toen een vooraanstaande psychiater, die allerlei financiële banden had met de geneesmiddelenindustrie, om zijn naam aan het onderzoek te lenen.3
Dit gefabriceerde succesverhaal werd gesteund door een agressieve marketingcampagne van GSK in de VS, waarin de ‘opmerkelijke werkzaamheid en veiligheid’ van Seroxat werden opgehemeld. Het werkte: binnen een jaar hadden Amerikaanse artsen en psychiaters het middel 2 miljoen keer aan jongeren voorgeschreven.
Maar nog geen jaar nadat Studie 329 gepubliceerd was, begon de Amerikaanse toezichthouder, de Food and Drug Administration, te vermoeden dat er sprake was van fraude. Al snel kwam de waarheid boven tafel en in 2012 werd GSK veroordeeld tot een boete van 3 miljard dollar, onder andere voor frauduleuze reclame.
Een jaar later kreeg de Universiteit van Adelaide in Australië de opdracht om alle gegevens van Studie 329 door te nemen. Zo ontdekte men dat duizenden pagina’s met resultaten nooit waren gepubliceerd. Uit de gegevens bleek dat elf deelnemers die paroxetine slikten een zelfmoordpoging hadden gedaan, en niet vijf zoals GSK beweerde. ‘Het voorschrijven van dit medicijn kan jonge patiënten onnodig in gevaar hebben gebracht, terwijl de behandeling bedoeld was om hen te helpen,’ zei hoofdonderzoeker Jon Jureidini.4

Pas op, gevaar!
Alleen al in de VS zijn 470.000 bijwerkingen van psychofarmaca bij de FDA binnengekomen, aldus CCHR International. Dat is slechts het topje van de ijsberg, waarschuwt de commissie, want slechts ongeveer 1 procent van de bijwerkingen wordt überhaupt gemeld.
De Deense hoogleraar Peter Gøtzsche kijkt hier niet van op. Hij schat dat psychofarmaca zo gevaarlijk zijn dat ze, na hartziekte en kanker, doodsoorzaak nummer drie vormen. Dementiepatiënten die niet psychotisch zijn, krijgen bijvoorbeeld antipsychotica om rustig te worden. Maar die middelen verhogen wel de kans op hartaandoeningen, diabetes en beroertes. Psychiatrische geneesmiddelen verhogen ook het risico op vallen, wat bij ouderen fataal kan aflopen. En antidepressiva zijn in verband gebracht met hartritmestoornissen en zelfmoordgedachten.
Gøtzsche, die onderzoeker is bij het onafhankelijke onderzoeksinstituut Cochrane Collaboration, beweert dat regelgevende instanties opzettelijk de gevaren van psychofarmaca hebben gebagatelliseerd en gegevens hebben afgezwakt. Het aantal zelfdodingen onder jongeren en jongvolwassenen die SSRI’s slikken is vijftien keer zo groot als de FDA beweert, aldus Gøtzsche. In zijn nieuwste boek Dodelijke medicijnen en georganiseerde misdaad doet hij de gevaren uit de doeken.
Hij gaf drie studenten opdracht de echte gevaren van psychofarmaca te onderzoeken. ‘Wat we vonden is echt verbazingwekkend… het ene lijk na het andere kwam uit de kast. Slaappillen bijvoorbeeld, werken na een paar weken niet meer. Toch blijven patiënten ze jarenlang slikken. Antipsychotica worden goedgekeurd als ze in twee placebogecontroleerde onderzoeken een therapeutisch effect blijken te hebben, hoe klein dat effect ook is,’ aldus Gøtzsche.5
En dat effect is zelden meer is dan dat van een placebo. Kunnen we daarom niet beter neppillen voorschrijven, die net zo heilzaam zijn maar geen levensgevaarlijke bijwerkingen hebben?

[Literatuur:]
1 Pies, R.W. ‘Psychiatry’s New Brain-Mind and the Legend of the “Chemical Imbalance”’. Psychiatric Times, 11 juli 2011
2 Z Psychol, 2014; 222: 128-34
3 BMJ, 2015; 351: h4629
4 BMJ, 2015; 351: h4320
5 Gøtzsche, P. ‘Prescription pills are Britain’s third biggest killer’. DailyMail.com, 14 september 2015

[Streamers:]
‘In werkelijkheid was de "chemische disbalans" altijd een broodje-aapverhaal, nooit een theorie die serieus door deskundige psychiaters naar voren is gebracht’
Slaappillen werken na een paar weken niet meer. Toch blijven patiënten ze jarenlang slikken

Wilt u dit artikel lezen?

Als abonnee kunt u dit artikel gratis lezen door in te loggen op uw account. Nog geen abonnee? Sluit nu een abonnement af.

Andere artikelen van Bryan Hubbard

De medicijnen zijn heerlijk

Het Laatste woord: De illusie van de goochelaar

Het laatste woord; Is het beter om niets te voelen?

Het laatste woord

Artsen weten wel beter

Marktwerking en zorg?

Veel politici spreken zich uit over marktwerking in de zorg. Volgens sommigen helpt concurrentie om kosten te beteugelen. Volgens anderen leidt het juist tot meer kosten en minder kwaliteit. De uitspraken van voor- en tegenstanders zijn niet altijd onderbouwd. Ten...

Gastcolumn: Emoties kun je als voedsel verteren

Er is de afgelopen jaren een gestage toename te zien van het aantal mensen dat psychische aandoeningen ontwikkelt.1 Dat is zorgelijk, maar eigenlijk ook relatief eenvoudig te veranderen. De kern van het probleem is dat veel mensen hun emoties niet adequaat kunnen...

De borsten

Zacht, rond, fier, stevig, klein, hangend, veranderd of zelfs afwezig na een operatie… Borsten zijn er in vele prachtige soorten en maten. Ze bestaan uit vetweefsel, bindweefsel, ligamenten én borstklieren; elke borst is gevuld met zo’n vijftien tot twintig lobben die...

Holistische hulp bij een kinderwens

Zwanger worden, het lijkt zo vanzelfsprekend. Toch heeft 1 op de 5 stellen vruchtbaarheidsproblemen - en dat worden er steeds meer. In haar praktijk begeleidt Ingrid Schoonveld vrouwen met een onvervulde kinderwens. Schoonveld werkte al jaren in de communicatiesector...

Beter naar je gevoel (leren) luisteren deel 2

In het eerste deel van dit tweeluik las je waarom het een uitdaging kan zijn om naar je gevoel te luisteren. In dit tweede deel gaan we in op het maken van gezonde voedingskeuzen, door een situatie te creëren waarin je op je gevoel kunt leren vertrouwen. Belangrijke...

Bryan Hubbard avatar

Over de auteur

Bryan Hubbard studeerde filosofie aan de universiteit van Londen. Hij is de echtgenoot van Lynne McTaggart en samen zijn zij directeur van twee uitgeverijen, WDDTY Publishing Ltd en New Age Publishing Ltd. Hij is uitgever van het maandblad What Doctors Don’t Tell You. ( Het moederblad van Medisch Dossier)
Lees meer artikelen van Bryan Hubbard