Wat we van moment tot moment denken en voelen, heeft diepgaande invloed op onze genen en de helende moleculen in ons lichaam, zegt Joe Dispenza in zijn nieuwste boek.Door Joe DispenzaIn 1976 schreef politiek journalist Norman Cousins in het gerenommeerde medische tijdschrift The New England Journal of Medicine over hoe hij lachen inzette tegen een ernstige ziekte. Later deed hij hiervan opnieuw verslag in de bestseller De ontleding van een ziekte zoals waargenomen door de patiënt: bespiegelingen over herstel.1 Cousins’ arts had een degeneratieve (invaliderende) ziekte bij hem vastgesteld: spondylitis ankylopoetica, beter bekend als de ziekte van Bechterew. Dat is een vorm van gewrichtsontsteking waarbij het collageen – het vezelachtige eiwit dat als steunweefsel voor onze cellen dient – wordt afgebroken, wat leidt tot verstijving van de gewrichten. Hij kreeg te horen dat zijn kans op herstel, één op vijfhonderd was. Cousins leed ondraaglijke pijn en kon zijn armen en benen zo moeilijk bewegen dat hij zich in bed nauwelijks kon omdraaien. Er verschenen korrelige bultjes onder zijn huid en toen de ziekte op zijn ergst was, kon hij zijn kaken bijna niet van elkaar krijgen. Hij was ervan overtuigd dat zijn aanhoudende negatieve gemoedstoestand aan zijn ziekte had bijgedragen.
Het volledige artikel lezen?
Als abonnee kunt u dit artikel gratis lezen door in te loggen op uw account. Nog geen abonnee? Sluit nu een abonnement af.
Om je beter en persoonlijker te helpen, gebruiken wij cookies en vergelijkbare technieken. Met de cookies volgen wij en derde partijen jouw internetgedrag binnen onze site. Hiermee tonen we advertenties op basis van jouw interesse en kun je informatie delen via social media. Als je verdergaat op onze website gaan we ervan uit dat je dat goed vindt. Meer weten? Bekijk onze cookiepagina