Ik lees de laatste tijd vaak over glyconutriënten. Ik heb gehoord dat die misschien goed zijn voor allerlei ziekten en kwalen. KUNT U ME WAT MEER VERTELLEN OVER DEZE STOFFEN EN HOE ZE KUNNEN HELPEN? – L.M., Newcastle.

Je hoort niet vaak in een en dezelfde zin de woorden ‘suiker’ en ‘goed voor je’. Maar bij glyconutriënten kun je die combinatie wel tegenkomen. Glyconutriënten zijn acht essentiële suikers (sachariden) die de cellen in het lichaam in staat stellen met elkaar te communiceren en zo te zorgen dat wij fit en gezond blijven. Om ons lichaam goed te laten functioneren hebben we kleine hoeveelheden van deze acht suikers nodig. Slechts twee van deze suikers komen algemeen voor in ons dieet met veel bewerkte voedingsmiddelen, en dan voornamelijk glucose.
Deze essentiële suikers zijn ongeraffineerde sachariden die van nature voorkomen in voedingsmiddelen als appels, pompoenen, sap van de aloë vera, prei, wortelen, graan en tomaten, maar ook in geneeskrachtige kruiden als kurkuma en Echinacea.

Een zeer kleine hoeveelheid van deze suikers – of het gebrek eraan – kan al vergaande gevolgen hebben. Zo is in studies gebleken dat glyconutriënten in de dagelijkse voeding een heilzaam effect kunnen hebben op een veelvoud aan problemen, variërend van chronische vermoeidheid, hoge bloeddruk en diabetes tot dyslexie, alcoholisme of aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD).

De suikers die in glyconutriënten worden aangetroffen, bevorderen de werking van de hersenen en het zenuwstelsel en blijken invloed te hebben op de neurale activiteit, angst en depressie.
In een onderzoekje bij zeventien kinderen naar het effect van voedingssupplementen op ADHD bleek dat glyconutriënten ertoe bijdroegen dat symptomen van ADHD minder vaak voorkwamen en minder ernstig waren1. De conclusie was dat ADHD-symptomen mogelijk afnemen wanneer sachariden in het dieet worden opgenomen.

In een ander onderzoek werd een jongetje van acht jaar dat dyslexie en problemen op school had, nauwlettend gevolgd in de periode waarin hij een supplement met glyconutriënten kreeg. Binnen twee weken merkten zijn leerkrachten een verandering in zijn leerprestaties2. Terwijl hij eerst een hekel had aan lezen en schrijven, was de houding van de jongen tegenover deze vakken opvallend verbeterd. Na vier weken schreef hij verhaaltjes en zat hij elke avond te lezen. Hij behoorde al gauw tot de gemiddelde leerlingen.

Een van de essentiële functies van suiker is de bot- en spiermassa in stand te helpen houden. In een studie onder 38 patiënten met chronische vermoeidheid en fibromyalgie bleek dat de symptomen aanzienlijk afnamen nadat zij hun dagelijkse voeding geruime tijd aanvulden met glyconutriënten plus andere vitamine- en mineralensupplementen3. Aanvulling met glyconutriënten blijkt ook te helpen bij diabetes. In een onderzoek onder 32 diabetici meldden 31 van hen een aanzienlijke verbetering in hun gezondheid en hun gevoel van welbevinden nadat er glyconutriënten aan hun dieet waren toegevoegd4. Zij rapporteerden dat problemen met het gezichtsvermogen, hoge bloeddruk en spijsvertering aanmerkelijk waren afgenomen, evenals het verlamde, pijnlijke of brandende gevoel in hun benen.

Van glyconutriënten is ook aangetoond dat ze helpen bij alcoholproblemen. Zo bleek in 1997 uit een onderzoek dat het verlangen naar alcohol met behulp van glyconutriënten kon worden teruggedrongen. Alle proefpersonen kregen gedurende vijf weken elke dag een supplement met glyconutriënten. Zij rapporteerden allemaal dat hun verlangen naar alcohol en hun kwade en opvliegende buien aanzienlijk minder waren geworden, terwijl ze positiever in het leven stonden en meer energie hadden gekregen5. Hun verstandelijke functioneren was verbeterd en hun neerslachtigheid was verdwenen.

1 Integr Physiol Behav Sci, 1998; 33: 49-60
2 JANA, 1997; 1: 12-13
3 Gepresenteerd op het vijfde internationale congres van de American Association of Chronic Fatigue Syndrome, 26-29 januari 2001
4 Proc Fisher Inst Med Res, 1997; 1: 19-23
5 JANA, 1997; 1: 8-11

Glyconutriënten: een handig overzicht

• Acemannan wordt beschouwd als een glyconutriënt van de tweede generatie. Het wordt gevormd uit de primaire glyconutriënt mannose en wordt gewonnen uit de plant aloë vera.
• AHCC (Active Hexose Correlated Compound) is eveneens een glyconutriënt van de tweede generatie en wordt gewonnen uit de shii-take paddestoel.
• Arabinogalactan (gomsuiker) is een complexe polysacharide die voorkomt in graan, tarwe, prei, wortelen, radijs, peren, rode wijn, kokosnootvlees en tomaten en in geneeskrachtige kruiden als kurkuma en Echinacea.
• Bètaglucan staat voor een bepaalde categorie suikerketens en is een glyconutriënt van de tweede generatie. Het komt voor in de celwand van medicinale paddestoelen, in bakkersgist en in de zemelen van haver, rijst en rogge.
• Chitine is een polysacharide die is opgebouwd uit de essentiële suiker N-acetylglucosamine. Het komt voor in de schelp van schaaldieren (garnalen, krabben, krill).
• Verder zijn er fucoidan (bevat andere essentiële suikers, zoals xylose, mannose, galactose en glucose), inuline en lentinan.
Dosering: een van de meest gebruikte toepassingen van glyconutriënten is het complex Ambrotose. Volwassenen en kinderen kunnen dagelijks een kwart theelepel hiervan nemen, opgelost in 250 ml water.