Het grootste deel van het afgelopen schooljaar heeft mijn dochter Anya, nu zeven jaar oud, geworsteld op school, vooral met rekenen. En hoewel ze perfect leerde spellen, worstelde ze ook met schrijven. Ze was altijd al een kind met een sterke eigen wil, gemakkelijk af te leiden, één bonkje energie, maar met het juiste dieet en schedelosteopathie, dachten we dat we dat achter ons hadden gelaten. Hoewel ze niet echt tot de besten van de klas hoorde, kwam ze goed mee en bleef niet achter. De laatste twee schoolperiodes echter meldde haar leerkracht dat haar aandacht was gekelderd en dat haar langzame, maar gestage vooruitgang was gestopt. We werden op school geroepen en kregen lijsten met opvoedingspsychologen, die ons konden vertellen hoe we dit kind moesten opvoeden. Tegelijkertijd verslechterde ook Anya’s gedrag thuis. Ze luisterde niet meer en was doorlopend onredelijk – onmogelijk naar school te krijgen of zelfs maar naar bed. We waren ten einde raad en probeerden erachter te komen wat er misgegaan was, toen ik me plotseling realiseerde dat haar gedrag alleen maar slecht was van maandag tot vrijdag. Het kwartje was eindelijk gevallen. Iets op school was de oorzaak van haar probleem. Ik ging op onderzoek
Het volledige artikel lezen?
Als abonnee kunt u dit artikel gratis lezen door in te loggen op uw account. Nog geen abonnee? Sluit nu een abonnement af.
Om je beter en persoonlijker te helpen, gebruiken wij cookies en vergelijkbare technieken. Met de cookies volgen wij en derde partijen jouw internetgedrag binnen onze site. Hiermee tonen we advertenties op basis van jouw interesse en kun je informatie delen via social media. Als je verdergaat op onze website gaan we ervan uit dat je dat goed vindt. Meer weten? Bekijk onze cookiepagina