Vaccinatie is het allerheiligste onderdeel van de geneeskunde. En het achterhouden van verontrustende bijwerkingen is dan ook een gewijde taak.
Wee de ouders die voor hun kind het beste willen doen als het gaat om inentingen. Alleen al de voorzichtige suggestie dat ze bezorgd zijn over de bijwerkingen, staat gelijk aan het in twijfel trekken van het bestaan van God ten overstaan van de paus in de 12e eeuw. Zo sterk is het geloof van de dokter in vaccinaties.
Vaccins zijn het grootste succesverhaal in de geneeskunde, althans dat leren geneeskundestudenten vanaf hun eerste dag op de faculteit. Met enkel een prikje worden kinderen beschermd tegen ziekten die hen in vroeger tijden geveld zouden hebben. Vaccinatie is schijnbaar een van de ‘goede dingen’ in het leven, zoals water en betaald voetbal. Wie van het ware pad durft af te wijken, riskeert de moderne equivalent van de brandstapel: een veroordeling op basis van de wet BIG (Beroepen in de Gezondheidszorg) en/of uitsluiting door medische organisaties als de General Medical Council. Dit laatste moest Andrew Wakefield helaas ondervinden nadat hij alleen maar opperde dat er een verband zou kunnen zijn tussen de BMR-vaccinatie en autisme.
Maar zelfs de verkettering van de enkele kritisch denkende arts kan het sprankje van twijfel bij de zelfdenkende ouder niet doven. En dat is de kern van de zaak: kunnen we er nog wel van op aan dat de dokter ons altijd de waarheid vertelt, als alle dokters vaccinatie-adepten zijn?
Hoe onlogisch ook, dit is precies de houding van de farmaceutisch onderzoekers en gezondheidsautoriteiten, die in het geheim bijeen kwamen ter bespreking van de verontrustende onderzoeksbevindingen, dat er bij baby’s neurologische problemen ontstonden door vaccins. Zoals een van de deelnemers zei: in de basis zijn vaccins goed, dus moet er alles aan gedaan worden om elke schijn van schadelijkheid te verbergen.
En dat is precies wat ze deden. In een periode van drie jaar werden de gegevens gemasseerd, met uitsluiting van bepaalde kinderen uit het onderzoek waardoor een groot probleem plotseling nog maar een statistische vertekening was toen de gegevens eenmaal werden gepubliceerd.
Zoals deze maand duidelijk wordt in ons hoofdartikel kan geen enkele hoeveelheid bewijzen op tegen de ijver van fanaten, als hun rationaliteit ondergeschikt wordt aan hun geloofsovertuiging. Dan worden geloofsbroeders. En als dat gebeurt, kunnen ze onze kinderen blijvende schade berokkenen, zoals ons artikel doet vermoeden, zonder dat hun geloof wankelt. Die kinderen zijn de ongelukkige bijkomstigheid van een proces dat uiteindelijk voor de meerderheid gunstig is, dus veeg die gevallen onder het tapijt en blijf ouders geruststellen. Die zijn nu eenmaal niet in staat ‘het grote plaatje’ te zien.
Voor de ware gelovige bestaat er geen moment waarop het goede zomaar kan ophouden goed te zijn.
Bryan Hubbard