De anticonceptie vergroot het risico met ongeveer 20 procent, en sommige risico’s blijven zelfs vijf jaar na het stoppen aanwezig.
Vrouwen die gedurende een jaar of minder hormonale anticonceptie gebruikten – en dat geldt ook voor niet-orale middelen, zoals het hormoonspiraaltje (ook wel IUS genoemd) – hebben 9 procent meer kans op borstkanker, maar dat neemt toe met 38 procent bij vrouwen die gedurende meer dan 10 jaar hormonale anticonceptie gebruikten.
Onderzoekers van de Universiteit van Kopenhagen volgden de gezondheid van 1,8 miljoen vrouwen gedurende bijna elf jaar. In die periode kregen 11.517 vrouwen borstkanker. De onderzoekers stelden vast dat vrouwen die een vorm van hormonale anticonceptie gebruikten meer kans hadden dan vrouwen die dat niet deden. Het risico was even groot bij vrouwen die de zogenaamd veiligere progestageen-alleen pil gebruikten.
Omgerekend was de anticonceptie verantwoordelijk voor een extra geval van borstkanker op elke 7690 vrouwen die deze vorm anticonceptie gedurende minstens een jaar gebruikten, en een extra geval voor elke 1500 vrouwen die gedurende vijf jaar of langer de pil slikten.
Het enige goede nieuws was dat het risico relatief was en niet absoluut. Dit betekent dat andere factoren, zoals voeding of milieuvervuiling, ook een rol konden spelen en zodoende niet vastgesteld kon worden dat alleen de pil hiervoor verantwoordelijk was.