Een groep mensen had al langer het vermoeden dat hormoonverstorende stoffen een negatieve invloed hebben op de hersenontwikkeling en daardoor verschillende gezondheidsklachten kunnen veroorzaken. Een grootschalige analyse van het beschikbare onderzoek kan dit vermoeden nu bevestigen.
De afgelopen decennia worden we blootgesteld aan een steeds groter scala aan chemische stoffen. Sommige daarvan kunnen de hormoonhuishouding verstoren, bijvoorbeeld brandvertragers die gebruikt worden op stoffen van meubels of matrassen.
Een verstoring in de hormoonhuishouding kan op elke leeftijd ongunstige gevolgen hebben op de gezondheid, bijvoorbeeld op de vruchtbaarheid. Er zijn echter groepen denkbaar waarbij blootstelling extra gevoelig ligt, bijvoorbeeld baby’s en jonge kinderen. Deze groep, tezamen met de groep ongeboren kinderen, zijn extra gevoelig voor verstoringen, omdat ze nog volop in ontwikkeling zijn.
Een grootschalige analyse
Een groep wetenschappers heeft een grootschalig literatuuronderzoek gedaan naar de gevolgen van de blootstelling aan hormoonverstorende stoffen tijdens de zwangerschap op de hersenontwikkeling van het ongeboren kind. In totaal vonden ze 568 studies die hier onderzoek naar gedaan hebben. Deze onderzoeken waren echter niet allemaal van goede kwaliteit.
Duidelijk verband
Om een duidelijke conclusie te kunnen trekken hebben de wetenschappers uiteindelijk 47 studies in hun analyse opgenomen. Uit deze studies blijkt dat er een verband bestaat tussen blootstelling aan de stoffen tijdens de zwangerschap en de ontwikkeling van autisme, ADHD, communicatiestoornissen en een algehele ontwikkelingsachterstand op latere leeftijd. Het is nog te vroeg om te stellen dat het gaat om een oorzakelijk verband, maar het onderzoek geeft wel aan dat blootstelling aan de stoffen tijdens deze cruciale ontwikkelingsperiode van het kind zo veel mogelijk voorkomen moet worden.