Tien Nederlandse ziekenhuizen starten halverwege 2020 onder leiding van het UMC+ in Maastricht een nieuw onderzoek naar de effectiviteit van lipofilling als veilige borstreconstructietechniek.
Aan deze studie zullen 350 vrouwen deelnemen. Het ministerie van Volksgezondheid draagt 6,2 miljoen euro subsidie bij om het onderzoek mogelijk te maken.
Lipofilling
Bij lipofilling worden vetcellen van weggehaald van een plek waar genoeg vet beschikbaar is, zoals de benen of buik. Deze cellen worden ingebracht in de borst. Daar groeien de cellen langzaam weer aan. Voor een goed resultaat zijn er drie of vier sessies nodig, maar het is volgens de deskundigen een relatief weinig belastende operatie. Het grote voordeel is dat voor lipofilling geen lichaamsvreemd materiaal nodig is, zoals een siliconenprothese. Daardoor is er minder risico op infectie, kapselvorming met bijbehorende pijnklachten of scheuring van het implantaat. Ook is het niet nodig om na verloop van tijd de prothese te wisselen.
BREAST-trial
Deze studie is een vervolg op de zogenaamde BREAST-trial waarin de toepasbaarheid van lipofilling in bredere zin wordt onderzocht. In dit landelijke onderzoek wordt lipofilling vergeleken met een borstreconstructie waarbij een siliconen borstprothese wordt gebruikt. Deze studie loopt nog en is nodig om voldoende wetenschappelijk bewijs te leveren dat de behandeling ook doelmatig is. Met het extra bedrag komen nog eens 350 vrouwen in aanmerking voor een volledige borstreconstructie met lipofilling. Dit tweede onderzoek is nodig om de behandeling uiteindelijk in aanmerking te laten komen voor vergoeding vanuit de basiszorgverzekering.