In Nederland komt voedselallergie bij zo’n 2 à 3% van de volwassenen voor en bij ongeveer 5 tot 7 % van de zuigelingen en jonge kinderen. In de Verenigde Staten is het totale percentage kinderen met een voedselallergie inmiddels 8%.
Wetenschappers van het Boston Children’s Hospital en Brigham and Women’s Hospital hebben daarom een onderzoek uitgevoerd naar de darmen van kinderen met een voedselallergie. Hieruit blijkt dat bij deze kinderen sprake is van dysbiose, een disbalans in de darmflora. Herstel van dit evenwicht zou voedselallergie kunnen voorkomen of allergische kinderen zelfs hiertegen kunnen beschermen.
Ontbrekende bacteriën
De onderzoekers verzamelden ontlasting van 56 jonge kinderen met een voedselallergie en van een controlegroep met 98 gezonde kinderen. De darmbacteriën hieruit werden overgezet naar laboratoriummuizen. De muizen met bacteriën van de allergische kinderen werden ziek, de andere niet. De allergische kinderen bleken bacteriën behorend tot de orden van Clostridiales en Bacteroidales te missen. Bij muizen die deze bacteriën alsnog kregen toegediend, werden de allergische reacties volledig onderdrukt.
Immunologische route
Ook eerdere studies hebben de beschermende werking van sommige bacteriën tegen voedselallergieën laten zien. Hoofdonderzoeker Talal Chatila en zijn collega-wetenschappers gaven hieraan echter een nieuwe wending door specifiek te beschrijven via welk immunologische pad bacteriën hun weg in muizen vinden en hoe dit dan vervolgens de darmen beschermt tegen een allergische reactie. Hij hoopt dat in vervolgonderzoek de resultaten uit deze studie snel verder worden getest op mensen. Dan kan er volgens Chatila binnen vijf jaar een behandeling tegen voedselallergie op de markt zijn.
Bron: Nat Med. 2019 Jun 24.